"De bedoeling is om in het bezit te komen van een ontwerp dat eventueel kan dienen voor het invoeren van een wedstrijdklasse tussen de bestaande 16 kwadraat en de 30 kwadraat (oude Vrijbuitersklasse of 7.10 m-klasse). Het jacht moet behoorlijk snel en behendig zijn, terwijl het tevens bereikbaar moet zijn als toerjacht en zoveel zeewaardigheid bezitten dat het geschikt is voor de Friese meren." Deze prijsvraag stond afgedrukt in "De Golfslag", het officiële orgaan van de Noord Nederlandse Watersportbond, in januari 1935. Het was een direct gevolg van een besluit van de Sneeker Zeil Club (SCZ). In dezelfde vergadering werd overigens besloten tot organisatie van de eerste Sneekweek.
De NNWB streefde naar een nieuwe klasse met een zeiloppervlak van 22 kwadraat. Bovendien zou het een eenheidsklasse moeten worden: bestuur en technici zagen de 7.10-klasse ten onder gaan, doordat er teveel in geëxperimenteerd kon worden. Er was een prijzenbedrag van vijfentwintig gulden uitgeloofd, vijftig voor het winnende ontwerp. Het winnende ontwerp van de tweeëntwintig inzendingen was van ir. Sjoerd Veeman uit Marssum.
De eerste jaren
In het eerste jaar van het bestaan werden er vier schepen gebouwd, de eerste bij Kuipers in Sneek en kostte ongeveer 1300 gulden. Bij een onderlinge wedstrijd georganiseerd door de SZC zeilden drie regenbogen, drie 22m2 en drie 16m2 tegen elkaar. De regenbogen bleken het snelst...maar de 22m2 kwam beter uit de bus dan de 16m2. Tot de tweede WO werden er negen 22m2's gebouwd.
Groei klasse
Olij, aannemer van beroep, is een van de productiefste (13 stuks) 22m2 bouwers allertijden geweest. In de oorlog was er amper werk in de huizenbouw en Olij besloot zich daarom op de botenbouw te storten. Het is overigens opvallend dat in de oorlog veel schepen in Sneek en omgeving zijn gebouwd, in totaal 26. De personele belasting op het zeiloppervlak was opgeheven, wat ook een verkoopstimulans was. Tot 1950 werden er regelmatig 22m2-en gebouwd. Topjaar was 1949 toen de "49", de "50", de "51", en de "53" tewater werden gelaten. In 1959 heeft de klasse eenmaal meegedaan aan de kaagweek. De schepen werden daarvoor in het ruim van een vrachtvaarder geladen. Het vrachtschip diende niet alleen voor vervoer, tijdens de kaagweek werd ook aan boord gegeten en geslapen.
Magere en vette jaren
De concurrentie was groot. De 22m2 was niet het enige type wedstrijdschip op het water. De 16m2-klasse breidde zich sterk uit, in de Valkenklasse ontbrak het niet aan belangstelling en de jongere zeilers zochten het vooral in de Vrijheid. In de zeventiger jaren kwam polyester in de jachtbouw op. Je ziet dan ook dat er na 1969 eigenlijk nog maar twee 22m2's gebouwd zijn, de "70" in 1984 en de "71" in 2001.
Klassenorganisatie
De oprichting van de eerste klassenorganisatie vond plaats op 18 maart 1983 in hotel "Oostergo" in Grouw. Het doel was en is, zo staat in de statuten: "Het in stand houden en tot bloei brengen van de 22m2-klasse der NNWB." Voor dit doel heeft de vereniging vijf prijzen voor de leden in haar bezit: "de E.W. de Jong prijs" voor de pinkster-wedstrijden te Grouw, de "Van Sminia B" voor de Frisiawedstrijden, de "Rijkmans Beker" voor wedstrijden van Oostergo, de "Klasse Beker" voor de schipper die over alle wedstrijden als hoogste is geëindigd en de "B.S.B. Beker" te verzeilen bij het klasse evenement.